Belangrijke wijzigingen in arbeidsongevallenwet sinds 1 januari 2020

In de arbeidsongevallenwet zijn sinds 1 januari 2020 een aantal wijzigingen doorgevoerd. In dit artikel lichten we deze wijzigingen en hun impact toe.

Belangrijke wijzigingen in arbeidsongevallenwet sinds 1 januari 2020

1. ‘Kleine statuten’ vervoegen de dekking arbeidsongevallen

Alle werknemers die in België onderworpen zijn aan de Sociale Zekerheid zijn beschermd door de dekking arbeidsongevallen. Hierop bestaan echter enkele uitzonderingen, zoals jobstudenten en huispersoneel.  Deze uitzonderingen zijn sinds 1 januari 2020 uitgebreid met de zogenaamde ‘kleine statuten’.

Wat voorafging

Onder impuls van verschillende initiatieven van de overheid zagen we de afgelopen jaren specifieke wettelijke statuten opduiken die het mensen toelaat om een betaalde stage te volgen.  In arbeidsongevallen worden deze statuten bestempeld als de ‘kleine statuten’. De bekendste voorbeelden hiervan zijn de Individuele Beroepsopleiding (IBO), Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO), Beroepsinlevingsstage (BIS), Alternerende opleidingen alsook schoolstages georganiseerd vanuit Belgische scholen of universiteiten.

Tussen deze statuten was er doorgaans geen uniformiteit en gezien de betrokken personen niet onderworpen waren aan de Sociale Zekerheid en geen loon ontvingen, werden zij niet beschermd door de wet op de arbeidsongevallen. De verzekeringsplicht was bovendien niet altijd even duidelijk opgenomen in de stageovereenkomsten. En dan hebben we het nog niet over eventuele voortrajecten op deze stages waarvoor de verzekeringsplicht nog minder duidelijk was door verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië alsook binnen onze Gewesten.

Bovendien paste iedere verzekeraar zijn eigen voorwaarden toe, wat ertoe leidde dat er geen uniformiteit was naar basisloon of schaderegeling tussen de verzekeraars. Fedris, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s, was evenmin gemachtigd controle uit te voeren op de schaderegeling bij de verzekeraars. En slachtoffers waren al helemaal niet verzekerd als de verzekering ontbrak bij een verzekeraar of de waarborgen geschorst waren ingevolge niet-betaling van de premie.

Nieuwe wetgeving

Maar daar is nu verandering in gekomen. Sinds 1 januari 2020 zullen de betrokken stages tot betaalde arbeid genieten van de wettelijke dekking arbeidsongevallen en zal er een uniform basisloon en een uniforme schaderegeling van toepassing zijn. Wie in het kader van deze ‘kleine statuten’ de verzekeringsplicht dient te voorzien, wordt voortaan als ‘werkgever’ beschouwd en zal moeten instaan voor de verzekeringsplicht, de aangifte van de arbeidsongevallen en geniet tegelijkertijd van de immuniteit zoals omschreven in de arbeidsongevallenwet.

Leercontracten zijn onderworpen aan de RSZ en zijn al langer inbegrepen in de dekking arbeidsongevallen. Nieuw is dat zij sinds 1 januari 2020 de ‘kleine statuten’ vervoegen voor de schaderegeling.

Bovenstaande wijziging in de arbeidsongevallenwet houdt enkele belangrijke veranderingen in voor werkgevers. Via dit handige document vindt u een overzicht van de belangrijkste zaken waarmee u  rekening moet houden.

Geen aanpassing polis arbeidsongevallen

De ‘kleine statuten’ zijn, ingevolge het principe van éénheid van verzekering in arbeidsongevallen, automatisch gedekt in uw polis arbeidsongevallen.  De polissen arbeidsongevallen dienen dan ook niet aangepast te worden. Sommige verzekeraars voorzien in hun polissen een categorie ‘stagiaires of IBO-stagiaires’, andere verzekeraars voorzien dit in een aparte polis. In overleg met de werkgever moet dan bekeken worden of deze laatste nog zin heeft (bijvoorbeeld nog wel nuttig als ook vrijwillige of buitenlandse stages gedekt moeten zijn). Voor de hierboven genoemde ‘kleine statuten’ moet deze categorie niet langer voorzien worden.  Ondernemingen die nog geen polis arbeidsongevallen hebben onderschreven zullen deze dekking moeten voorzien.

2. Aanpassing van het wettelijk maximum jaarloon in arbeidsongevallen

Het wettelijk maximum basisjaarloon zoals bepaald in de arbeidsongevallen wetgeving is door de wetgever, in het kader van de welvaartsaanpassingen, aangepast op 1 januari 2020. Sinds dan bedraagt het wettelijk maximum 44.817,89 euro.

(Bron: BS publicatie 13/01/2020)

3. Aanpassing van de bijdrage arbeidsongevallen van het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de Minder-Validen (FMV)

Als compensatie voor de verhoging van het wettelijk maximum, waardoor de premie voor werkgevers stijgt, wordt per 1 januari 2020 de bijdrage van het FMV verlaagd van 3,49% naar 3,26%.  Voor de jobstudenten dient de bijdrage van 3,26% verhoogd te worden met de bijdrage van 20% ten voordele van Fedris, waardoor de totale bijdrage hier verlaagt van 23,49% naar 23,26%.

(Bron: BS publicatie 14/06/2019)

Axel De Lamper

Wij zijn er voor u.